Skip to main content

Drie tips, als je het lastig vindt om te communiceren.

Binnen een overheidsinstelling werkt iemand waarvan anderen zeggen dat hij lastig is in de communicatie. Zelf heeft hij er geen last van, hij vindt dat het allemaal prima gaat. Hij heeft ook wel een punt: want de mensen waar hij mee werkt zijn ook niet van die goede communicators, dus hij bevindt zich in principe in goed gezelschap. Tot nu toe heb ik hem DRIE tips gegeven waar iedereen die wel eens wat moeite heeft met communicatie zijn voordeel mee kan doen.

Tip 1: hou voor ogen dat niet iedereen op dezelfde manier communiceert als jij. Er bestaan verschillende communicatiemodellen die uitleggen welke stijlen er zijn. Door middel van een paar vragen kun je bij benadering zien welke stijl iemand heeft. Door je bijvoorbeeld af te vragen of iemand meer ruimte geeft, of meer ruimte neemt, en of iemand meer uit over emoties of dat meer inhoudt, heb je al een heel goed beeld van de stijl van de ander. Als je een goede communicator bent, kun je je eigen stijl hierop aanpassen. Ben je een minder goede communicator, dan kun je zorgen dat een paar kernwoorden vaker terugkomen, zodat je gesprekspartner jou beter begrijpt.

Voorbeeld: de persoon uit bovenstaand voorbeeld is ingehouden van emotie, en ruimte nemend. Voor hem was het belangrijk om erachter te komen dat mensen ook juist uitend van emotie kunnen zijn, en ruimte gevend. Dat is een heel andere stijl. Het betekent niet dat die personen alleen maar doen wat anderen zeggen, zoals hij eerst dacht. Het gaat om de stijl.

Tip 2: Tegen de gevoelens van een ander moet je JA zeggen. Dat betekent nog niet dat je op inhoud ook JA moet zeggen. Begrip tonen voor de gevoelens van een ander, is heel belangrijk in de communicatie, maar helder zijn over de inhoud ook.

Voorbeeld:Twee mannen op de werkvloer zijn lekker bezig, los van elkaar in een rumoerige omgeving. Dan komt er een derde man, die met nummer twee iets over werk wil bespreken. Door het rumoer heeft de eerste het idee dat het over een kletspraatje gaat, en die wordt boos. In dit voorbeeld is het handig om te zeggen dat je je kunt voorstellen dat de ander het vervelend vindt, ( dan ga je in op het gevoeld). Ook moet je duidelijk maken dat er kort over werk werd gesproken. (Dit is inhoud)

Tip 3: als je het lastig vindt om te communiceren, leer dan in ieder geval de gouden regel: LSD, luisteren, samenvatten, doorvragen. Voor minder ervaren communicators is het al heel goed dat ze luisteren en samenvatten. De ander weet dan dat je echt geluisterd hebt, en zal zich beter gehoord voelen, dan wanneer je dit niet doet.