Skip to main content

Mevrouw H.

Mevrouw H.

Heeft net haar 100e verjaardag gevierd. Zij was de op één na oudste in een gezin van 6 kinderen.

Ze vertelt: ik zat op een Christelijke school en natuurlijk was er een school voor de jongens en één voor de meisjes. Ik mocht gelukkig wel naar school, maar moest ook mijn moeder helpen in de huishouding en de opvoeding van de andere kinderen, omdat mijn moeder hartpatiënte was. Ik maakte de armoede van na de eerste wereldoorlog mee, en toen kwam later de tweede. In die tijd heb ik de verpleging van gewonde soldaten gedaan. Vooral Engelsen en Amerikanen. Mijn Engels is behoorlijk goed. Via de kerk leerde ik een jongen kennen. De eerste keer dat hij bij mij thuis kwam, zei ik tegen mijn zus:’o nee, daar heb je die jongen van de kerk, ik ben niet thuis hoor!” Maar toen had hij me al gezien. Hij heeft zichzelf echt aan mij verkocht! En we zijn verloofd. Het is naar om te vertellen en ik wil hier niet over uitweiden, maar hij is gevucht voor de Duitsers en later opgepakt en in een gevangenkamp gezet Duitsland. Later kwam hij bij mensen van onze kerk terecht. Dit is een vrij internationale gemeenschap met veel broeders en zusters in Duitsland, maar ook in de VS en in Afrika waar we later ook geweest zijn. Mijn man is ingenieur geworden we hebben 2 dochters en 3 zoons gekregen. En ik ben heel blij dat zij ook allemaal gelovig zijn. Twee van mijn zoons zijn evangelist geworden en spreken veel.

Ik hield erg van tuinieren en ik had een schitterende tuin: kijk maar, daar hangt een foto van mijn tuin, vanuit het huis genomen. Ik heb het nog steeds naar mijn zin en ik woon hier met plezier. Ik ben maar een heel gewone vrouw hoor, zegt ze als de zorgmedewerker haar een compliment maakt over haar duidelijkheid en vriendelijkheid.

De zorgmedewerker bewonder ik om haar open blik op religie, ze is zelf moslima, maar vindt het wel mooi hoe mevrouw H. vertelt over haar geloof en wat dat voor haar betekent. Ze zoekt hierin naar de overeenkomsten tussen de islam en het christendom en komt daardoor in een mooi gesprek terecht. Wel vindt zorgmedewerkster Z. het lastig om goede doorvragen te stellen. Ze heeft dan het idee dat ze opdringerig is. Maar mevrouw H. geniet zichtbaar van ons gesprek. En ze vindt het jammer als we het moeten beëindigen, omdat de lunch komt.

Als trainer en begeleider in (oa) een zorginstelling begeleid ik zorgmedewerkers om betekenisvolle gesprekken te voeren met bewoners.